Column door Jeroen Junte | DesignDigger.nl
‘Huh, dat bestond toch al?’ Het zijn vaak de beste ideeën waarbij je dit gevoel krijgt. Neem REX, de eerste Nederlandse statiegeldstoel van Ineke Hans die wordt gepresenteerd in Microlab op Strijp-S. De stoel is ontwikkeld voor het eveneens nieuwe merk Circuform. Het uitgangspunt is zo simpel dat het wel haast moet bestaan. Als je deze stoel koopt, kun je hem aan het einde van de levensloop – of zodra je gewoon eens op iets ander wil zitten aan de keukentafel, is helemaal niet erg – retourneren op een innamepunt in ruil voor 20 euro. Net als een colafles eigenlijk. De REX is zelf bovendien ook nog eens gemaakt van gerecycled plastic.
Maar helaas is er nog een andere regel: als een idee simpel lijkt, maar toch niet bestaat, dan is het vaak heel moeilijk om het daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Zo moesten er voor de REX speciale mallen worden gemaakt geschikt voor recycle-plastic. De ingeleverde statiegeldstoelen moeten worden gecontroleerd, schoongemaakt, zo nodig gerepareerd en opnieuw verkocht. Daarvoor moet een compleet distributiesysteem worden uitgedacht én opgetuigd. Niet te repareren exemplaren worden versnipperd tot grondstof voor nieuwe productie. Ook dat vraagt weer om een zorgvuldig proces. Kortom, de REX is niet alleen het ontwerp van een stoel, maar van een complete productieketen. Zoiets kan alleen in nauwe samenwerking met de industrie.
Dat de gewenste systeemverandering naar een duurzame productieketen – en dus naar een beter klimaat – weliswaar complex, maar zeker niet onmogelijk is, blijkt ook op de presentatie Cabinet of Collaborations op de Fuutlaan. Daarin wordt de rol en waarde van de ontwerper voor de industrie benadrukt. Te zien zijn een tiental fascinerende samenwerkingen, waarbij de ontwerper al vroeg in het maakproces mocht aanschuiven. Soms leidt dit tot verrassende productinnovaties. Zo mocht het digitale modecollectief PMS een virtuele lookbookshow maken voor Adidas. Zelfs een multinational als Adidas heeft niet alle kennis in huis; de externe ontwerper kan dan de rol op zich nemen van art director.
Wat ook kan: de ontwerper wordt een productontwikkelaar. ‘Solar designer’ Marjan van Aubel bedacht een flexibel glaspaneel dat tevens een zonnepaneel is. Van Aubel beschikt niet over de technologie en machinerie om deze panelen daadwerkelijk zelf te maken en klopte aan bij ASCA, een producent van. En nu is RA – de naam is geleend van de Egyptische zonnegod Ra – een volwaardig product en klaar voor de markt. Van Aubel neemt de rol over van een complete Research & Development-afdeling.
Waar de ontwerper zelfs een cruciaal verschil kan maken, is de voedselindustrie, tenslotte een van de grootste productieketens in Nederland. Al is het daar wel erg complex, zo maakt de Embassy of Food in het Klokgebouw duidelijk. Curator en food designer Chloé Rutzerveld heeft oudere projecten verzameld van internationale ontwerpers die echt een verschil kunnen maken in de voedselindustrie. Bijvoorbeeld een verpakking die van kleur verandert naarmate de houdbaarheidsdatum nadert, zodat de consument in één oogopslag ziet of een product nog goed is. Of een theeservies dat er op het platte beeldscherm heel anders uitziet dan in het echt; het maakt een online-theeritueel mogelijk voor mensen op verschillende plekken. Dat daar behoefte aan is, bleek wel het afgelopen covid-jaar.
Hoewel soms al jaren oud, hebben deze innovatieve ideeën nog steeds niet de supermarktschap bereikt. Terwijl dáár het verschil wordt gemaakt, aldus Rutzerveld. Waar ligt dat aan, is de vraag die zij stelt met haar Embassy of Food. Soms aan regelgeving, want die is nu eenmaal heel streng bij voedsel. Soms aan geld: voor een succesvolle productlancering is minimaal 1,5 meter schap nodig om vertrouwen van de consument te wekken. Maar die ruimte is er niet.
Zo zijn er tal van redenen waarom industrie, ontwerper en consument elkaar niet vinden – niet alleen in de supermarkt. Terwijl er tal van spannende en innovatieve ideeën over gezonder en duurzamer voedsel zijn. Of keukenstoelen en gympies. En wie wil dat nou niet? Ontwerper zoekt fabrikant – dat klinkt dan ineens als zo’n fantastisch tv-format dat je denkt: ‘huh, dat bestaat toch al?’ Er moet toch een ontwerper te vinden zijn die dat idee kan uitwerken tot een pakkend format voor DDW TV.
Naast de ontwerpers is ook de industrie onmisbaar om de productieketen te innoveren. Zodat de consument een duurzame keuze kan maken. Industrie, ontwerper en consument hebben elkaar nodig, maar ook moeite elkaar te vinden. Kan een tv-format uitkomst bieden?