Column door Jeroen Junte | designdigger.nl
Dit positieve effect van de pandemie werd overduidelijk op de Graduation Show van de Design Academy in het Beursgebouw. Tientallen studenten toonden originele creaties die overduidelijk met eigen – soms nog wat onvaste – hand zijn gemaakt. Van tafels van papier maché (Vincent Dassi) tot een om het lichaam geknede loungestoel van reclamefolders van Matthieu Henry. Ook origineel is een ode aan de schoonmakers, de noeste werkers die afgelopen geen landelijk applaus kregen maar wier werk even zo goed onmisbaar was. Een prullenbak, emmer en dweil zijn door Barbora Stredová vereeuwigd in vrolijk bontgekleurd keramiek.
Deze trend van euh … nou ja, het ‘knutseldesign’ eigenlijk, werd vorig jaar afgetrapt door Teun Zwets, die afstudeerde aan de Design Academy met Teunland, een compleet ingericht kamer met meubels die zijn gezaagd, geschroefd of gekleid. Elk meubelstuk in dit persoonlijke appartement was in minder dan een dag gemaakt. Sindsdien maakte Zwets – zonder behulp van een Graduation Show of andere presentaties – een pijlsnelle opmars met een presentatie in de Kazerne. Knutseldesign raakt een snaar blijkbaar.
Opvallend is dat deze ontwerpers veelal werken met afval en andere ‘gevonden’ grondstoffen als leem of stro. Maar deze ontwerpen louter afdoen als een commentaar op onze wegwerpmaatschappij is te makkelijk. Straks is er namelijk niets meer om weg te gooien, want grondstoffen worden steeds schaarser. Drukkers moeten weken wachten op papier, bouwplaatsen liggen stil bij gebrek aan cement en de houtprijzen zijn verdubbeld. Deze schaarste, met daarbovenop een sociale lockdown, vraagt om een do it ourselves-mentaliteit en de vaardigheid om te kunnen improviseren. Precies wat deze kersverse ontwerplichting doet. Misschien is het wel een voorschot op een postindustriële toekomst. Want als één containerschip dat dwars ligt in het Suez-kanaal de wereldeconomie al kan verstoren, dan kunnen we ons maar beter schrap zetten. Dan resten alleen nog fantasie en zelfredzaamheid.
Overigens zijn het zeker niet alleen ‘Eindhovense ontwerpers’ die zo werken. Op expositie Only Good News van het internationale designplatform Isola staat homemade design uit diverse EU-landen. Op Design Perron staat Annemijn Adriaensen, net afgestudeerd aan de Maastricht Institute of Arts met Cheap Characters. Dit is een collectie alledaagse meubels die dankzij kleurrijke verflagen en kunstig geknoopte touwen een nieuwe vrolijk en speels uiterlijk hebben gekregen. Onder de noemer Playfulness lanceert de Rotterdamse ontwerper Sophia Schullan een serie – de naam zegt het al – speelse objecten. Misschien is deze speelsheid een vlucht in een fantasiewereld en een wapen tegen de harde, vaak grauwe realiteit.
Ach, niets nieuws aan deze ambachtelijke huisvlijt, zou je kunnen zeggen. Ontwerpers ontdekten een decennium geleden al de glasblazers, houtbewerkers en bronsgieters. Maar het verschil is dat het streven nu niet ambachtelijke gaafheid is. Het uitgangspunt is juist: iedereen kan ontwerpen, zoals Joni Veizaj laat zien met Dat kan mijn kleine nichtje ook, een collectie die de joy of making wil benadrukken. In een wereld die wordt beheersd door kille algoritmes en grote-mensen-stress als woningnood en klimaatverandering geven ontwerpers ruimte aan onschuldige verbeelding en kinderlijke onbevangenheid.
Bij knutseldesign bestaat geen lelijk of mislukking, alleen happy accidents. Geen wonder dat er dus tal van cursussen worden aangeboden. Zo kun je bij Klerezooi een cursus Tie Dye volgen, de verftechniek om textiel van kleurrijke decoraties te voorzien. Hoe fijn is dat, na een hele dag zoomen (of straks weer in de file staan) thuis je zelfontworpen producten knutselen. Nog fijner: je hebt als producerende consument of prosumer geeneens een computer nodig, laat staan een 3D-printer. Het knutseldesign is daarmee niet alleen postindustrieel, maar zelfs post-digitaal.
Meer lezen?
Check Jeroens column over het thema van dit jaar: de magie van The Greater Number.
Naar de column