Zoeken

Sluit zoeken
Magazine

Het DIY-tijdperk

25 March 2021

Deze periode wordt wel The Age of the Amateur genoemd. Een tijd waarin de do-it-yourself maker losgaat op breien, haken, timmeren, weven, repareren en knutselen met wat voorhanden is. Ook de niet-amateur is massaal gaan maken in tijden van COVID-19. Ontwerpers gingen vanuit huis, al dan niet met attributen uit huis of uit de directe omgeving producten maken waarbij ze vaker kiezen voor kleinere oplagen en lokale producenten.

Het nadenken over de waarde van lokaal, duurzaam en kleinschalig geproduceerde producten is in coronatijd zelfs in een stroomversnelling geraakt. Trendforcaster en ambassadeur van Dutch Design Week (DDW) 2020 Lidewij Edelkoort heeft het over de focus op het platteland, een plek waar ontwerpers aan de hectiek van de afgelopen jaren ontsnappen, tot rust komen, zichzelf heruitvinden en met gevonden dingen in de natuur nieuwe producten ontwerpen. “Op het platteland wordt het bewustzijn om op een betere manier met gewassen en grondstoffen om te gaan nog sterker en groeit de wil om op een gezonde manier te produceren”, zegt ze.

Maar ook in de stad kan dat. Claudia Bleeker van Studio van Clau won de juryprijs van de HEMA-ontwerpwedstrijd met haar project HoutjeTouwtje dat ze speciaal voor de thuisblijvers heeft ontworpen in een tijd waarin ons alledaagse leven er in een rap tempo anders is gaan uitzien. Het thema van dit jaar was dan ook niet ver gezocht: ontwerp een oplossing die de tijd die je met dierbaren thuis doorbrengt beter, leuk en makkelijker maakt. Ze bedacht iets voor de herkenbare situatie: huiskamers die vol speelgoed liggen terwijl de kinderen op hun smartphone of tablet spelletjes zitten te spelen. De Houtje-Touwtje-set die ze met succes bij een aantal jonge gezinnen testte, bestaat uit een boekje met verhalen die kinderen kunnen naspelen, en zo’n twintig houten mooi vormgegeven bijbehorende constructie-elementen. Met haken en touwtjes kunnen kinderen met een beetje creativiteit en met behulp van wat voorhanden is – tafels, stoelen, lakens – een piratenschip, hut of tent bouwen.

Play video

Florence Zhou speelde thuis met een ander materiaal: plastic. Bewust van de enorme hoeveelheden plastic verpakkingsmateriaal die we dagelijks weggooien en geïnteresseerd in afvalsystemen, was ze al van plan iets te doen met het dagelijkse afval dat haar academie, Central Saint Martins in Londen, elke dag produceert. Toen brak de pandemie uit, zat ze thuis in lockdown en verlegde ze haar focus naar haar persoonlijke plastic afval dat dagelijks in haar afvalbak verdween. Zhou ontwikkelde een reeks technieken om van dit afval alledaagse, huiselijke voorwerpen te maken zoals kleurrijke boekensteunen, bekers, kandelaars en vazen. Zo creëerde ze een ​​nieuw, meer circulair ecosysteem binnen de grenzen van haar eigen flat.

Play video

Ook de aan Design Academy Eindhoven afgestudeerde Tadeas Podracky bouwde net als een vogel zijn thuisnest tijdens de quarantaine uit afval in en rondom zijn huis. Het resulteerde in een serie sculpturale objecten, een stoel, tafel en lamp waarin hij verfresten, glas- en keramiekscherven, hout, textiel, en reserve auto-onderdelen verwerkte. The Metamorphosis collection is zijn antwoord op “de massaproductie en industriële productieprocessen die producten lelijk, uniform en zielloos maken en die onze prefab huizen zo onpersoonlijk maken dat we dagelijks vluchten in virtuele werelden”, zegt hij.

Door de nadruk te leggen op constructiemethoden en het herwaarderen van materialen stelt hij een nieuwe designmethodologie voor die is gebaseerd op emotionele beslissingen, onvoorspelbaarheid en expressie. Daar is zijn stoel een voorbeeld van. De vorm is gebaseerd op de iconische Rietveldstoel, en is vervaardigd van afvalhout dat de ontwerper met een kettingzaag bewerkte en met lagen verf, zaagsel, polystyreen en foam bedekte waardoor het zitobject op een soort druipkaars lijkt.

Nine international designers were involved
© Connected

Ook veel ontwerpers bouwden hun eigen mobiele- en modulaire thuiswerkplaats in hun niet altijd ruime woningen; op academies werd er soms een ontwerpopdracht van gemaakt. Ook Design Museum Londen en de American Hardwood Export Council (AHEC) stelden de vraag aan negen ontwerpers om een bureau en stoel te ontwerpen voor de nieuwe situatie die tijdens de lockdown is ontstaan: namelijk thuis werken èn leven. Dit project heette Connected. Ontwerper en ambassadeur van DDW20 Sabine Marcelis antwoordde met een neutrale houten doos van (koolstofnegatief) essenhout. Candy Cubicle ontwierp ze eigenlijk voor haar vriend, een architect met wie ze samenwoont en die sinds de uitbraak van de pandemie de keukentafel heeft geconfisqueerd als kantoor waarop zijn computer met enorm scherm de boventoon voert. “Omdat ik de mogelijkheid wil hebben het lelijke scherm op te bergen, zocht ik naar iets waar je ‘m in kunt verstoppen als je niet werkt”, zegt ze. De mobiele box verbergt wat erin zit zolang je het niet gebruikt, rijdt op verstopte wielen en kan worden geopend tot er een L-vormig bureau met een rond krukje op wieltjes en een trolly met boekenplanken.

Planned Space Pooling
© Joost Jansen

En als je dan duurzaam bezig bent thuis en aan het eind van de dag je thuiswerkkantoor opbergt in de Candy Cubicle, dan kan breien een van de meest duurzame manieren zijn om textiel te maken. Planned Space Pooling (onderdeel van het Worth Partnership Project) is de werkelijkheid geworden droom van Joost Jansen die uit één lange draad garen met het patroon er al in geverfd, een trui heeft gebreid. Het ontwerp ontstaat zo steek voor steek, zonder dat je allerlei bollen wol nodig hebt. Deze nog niet eerder bedachte techniek biedt een van de mogelijke oplossingen voor de enorme belasting van de mode-industrie op ons ecosysteem; door een garen te maken met de vrijheid in kleur en patroon, hoeven we immers niet grote aantallen garen te produceren in allerlei verschillende kleuren, maar precies het juiste aantal dat nodig is voor de productie van die ene trui of muts. En zo denken de thuiswerkende ontwerpers na over creatieve oplossingen om onze verspillende en verslindende productiesystemen te veranderen.