Waar ben je op dit moment mee bezig?
Op het moment werk ik aan een serie sculpturen met de werktitel ‘Objects of Desire’ ter voorbereiding om mijn afstudeer onderzoek. Het project begon een aantal jaar terug tijdens mijn artist residency in het Spring House in Amsterdam waar ik onderzoek deed naar de toekomst van voortplanting. Specifieker, over hoe onze geslachtsorganen eruit gaan zien als we ons niet meer geslachtelijk gaan voortplanten en dit zich buiten ons lichaam afspeelt. Tijdens de residentie heb ik een serie tekeningen gemaakt van vormen die onze voortplantingsorganen in de toekomst zouden kunnen gaat krijgen. Vorig jaar in Londen ben ik dit gaan vertalen naar 3-D vormen.
In mijn werk tast ik de grens af van wat we wel en niet meer kunnen onderscheiden wat menselijk is. Waar begint het mens zijn, waar houd het op? Waar ligt de scheiding tussen mens en object? Wat is de seksualiteit van een product en kunnen we ons aangetrokken voelen tot objecten?
Hoe verhouden de thema’s seksualiteit en voortplanting zich tot die vraag van mens-zijn?
De seksualiteit van objecten valt me heel erg op. Alles wordt met een bepaalde sensualiteit ontworpen, bijvoorbeeld met het vrouwelijke lichaam in het achterhoofd. De koplampen van auto’s hebben bijvoorbeeld ook iets menselijks door de vorm en positionering. Ik ben me hierin aan het verdiepen en ik onderzoek hoe dit ons beïnvloedt. In hoeverre kan je tot iets niet-menselijks aangetrokken zijn. Ik zou ook heel graag naar een sekspoppen fabriek willen vanuit het idee dat dit dichtstbij het idee komt van een menselijke productielijn in de buurt. Tegelijkertijd vraag ik me af waarom de mens zo gerepresenteerd wordt en niet anders? Wat is hetgeen dat we opwindend vinden? Kan je als mens je echt aangetrokken voelen tot een silicone object en kan dit ook wanneer het geen representatie van de mens is? Waar precies die grens ligt is de terugkomende vraag in mijn werk. Ik begin vaak met het menselijke en dan ga ik dat oprekken tot ik het punt bereik dat we denken dat het niets menselijks meer in zich heeft.
Het gaat volgens mij ook heel erg over taal. Wat zegt het woordenboek over het woord ‘mens’? De mens is continu in ontwikkeling, dus moeten we die definitie niet om de zoveel tijd eens bijschaven? Je kunt je zelf afvragen wanneer je binnen één mensenleven echt mens bent. Ben je mens op het moment dat je een bevrucht ei-cel bent of pas wanneer je op je achttiende voor de wet volwassen bent? Wanneer houdt het mens-zijn weer op? Als ik op mijn vijf-en-tachtigste dementerend ben, hoeveel mens ben ik dan nog?
Wat als je nog alleen maar in herinneringen bestaat?
Precies, het begrip is constant in beweging.
Ik denk dat veel van mijn vragen ook voortkomen uit de psychologie en therapie hoek waar mijn beide ouders in werkte, het ging thuis vaak over de binnenwereld van de mens. Het was me snel duidelijk dat ik niet hetzelfde werk wilde gaan doen, maar ik deel de eindeloze fascinatie voor de mens. Daarnaast is mijn interesse ook een reflectie van het moment waarin ik leef. We leven namelijk in een tijd waarin de mogelijkheden om de mens te veranderen steeds verder toenemen.
Met alle mogelijkheden die nu voorhanden komen doemen er allerlei ethische vragen op.
Inderdaad en we stellen ons die vragen naar mijn mening te weinig. Toen de technologie van de echo werd ontwikkeld konden we opeens het kindje zien zitten in de baarmoeder nog voor dat het geboren was. Dat heeft een cruciale verandering teweeg gebracht. De emotionele band met het ongeboren kind werd anders. Dit had weer impact hebben op het idee van abortus. Ook kregen we
opeens de mogelijkheid om vroegtijdig bepaalde afwijking in kaart te brengen. Wil je het dan weg laten halen of laat je het geboren worden? Op deze manier worden continu onze grenzen opgerekt. De wetenschap heeft de echoscopie ontwikkeld omdat het mogelijk was, terwijl de ethische gevolgen niet altijd overwogen zijn.
Het doel van speculatief design is om hier vragen bij te stellen, om meerdere scenarios te laten zien, zodat er vooraf al een maatschappelijk debat over gevoerd kan worden. Daarom doe ik het werk dat ik doe. Niet om antwoorden te geven, maar om dat vraag te stellen: “Wat voor soort mens willen we worden?”
Wat is de vrijheid dat speculatief design jou brengt?
Met speculatief design kan je verschillende scenario’s uitwerken. In de wetenschap blijven de geschreven onderzoeken vaak heel abstract. Het blijft moeilijk om je er een voorstelling van te maken. Door dezelfde informatie te vertalen naar vorm ontstaat er een andere dialoog wat ons tot andere keuzes kan bewegen.
Voor wie is je werk bedoelt? Wie zou jouw werk echt moeten zien?
Sowieso de wetenschap. Een paar jaar terug luisterde ik een podcast aflevering over Deep Fake technologie. De technische mogelijkheden om dit te ontwikkelen deden zich voor en de onderzoekers zijn ermee aan de slag gegaan. In de podcast werd de vraag gesteld in hoeverre ze hadden nagedacht over de mogelijk negatieve gevolgen van hun werk. De geïnterviewde leek zich daar niet heel bewust van te zijn geweest. Wat er lijkt te worden vergeten is dat zodra er een ontdekking word gedaan er geen weg meer terug is. Opeens moet er weer nieuwe technologie ontwikkelen worden om te kunnen achterhalen wat een Deep Fake video is en wat wel echt waar is. Dit is maar een voorbeeld waar speculatief design wellicht een belangrijke rol had kunnen spelen door een spiegel voor te houden. Door een scenario uit te werken kun je mensen van een afstandje naar een onderwerp laten kijken en ze af laten afvragen: “Wat vinden we hier eigenlijk van?” Daarom zie ik hier een noodzaak om onderzoek te vertalen naar vorm. In de wetenschap worden er allerlei keuzes gemaakt die ons mens-zijn enorm kunnen gaan veranderen, maar we hebben geen idee hoe precies.
Wat ik heel interessant vind aan speculatief design is dat het hele hedendaagse onderwerpen aanraakt waarvan mensen graag doen alsof ze nu nog niet aan de orde zijn.
Op mijn master opleiding in Londen wordt heel duidelijk het verschil gemaakt tussen (science)-fiction en speculatief design. Er wordt een duidelijk grens gesteld wat speculatief design is en wat niet. Het moet gebaseerd zijn op feiten en niet op fantasie. Daardoor speculeren de meeste projecten ook niet over een wereld driehonderd jaar van nu, maar over hoe de wereld er over bv. twintig jaar uit kan gaan zien.
Voor mij gaat speculatief design over het visueel inzichtelijk maken van de nieuwe opties die we momenteel als mens creëren. De nieuwe ontwikkelingen genereren veel sociale en ethische vraagstukken waar niemand nog een antwoord op heeft. We kunnen de consequenties niet volledig zien en we moeten er zorgvuldig mee omgaan.
Het volledige interview met Pleun van Dijk is te lezen in de derde uitgave van Blank Space Magazine. Meer lezen? Volg Blank Space Magazine hier.
Interview: Anne Ligtenberg / Fotografie: Manon Vosters